dinsdag 27 juni 2017

Beqa Lagoon 12 - 18 juni


Als we de beschutting van het rif uitvaren bij Suva staat er windje 5 en flinke swell. Het aan de wind zeilen valt Roel vies tegen. Hij moet zich permanent schrap zetten en zijn net geopereerde lies houdt daar nog niet zo van. Ook voor mij is het wennen, ik heb in geen tijden zeilen gehesen of gereefd, want dat doet Roel, maar nu moet ik op onze mini roller-coaster naar de mast.
We zijn er ook snel uit dat het dichtstbijzijnde eiland ver genoeg is. Toch nog 5 uur later varen we door het rif Beqa lagoon in. De baai die we uitgekozen hebben heet Mulumba en loopt ver door het eiland in. Aan de monding lijkt een resort te zitten en misschien ook een klein dorpje. We varen verder de beschutting in met om ons heen mangrove bos en de hogere bergen van het eiland. Het waait flink, om de haverklap gieren de valwinden om de boot maar het volgende moment is het helemaal windstil. Dat is een beetje vermoeiend, maar het is niet anders. Zelfs in de baai staat een flinke golfslag en als ik met duikfles op het onderwaterschip wil schoonmaken, kan ik bijna niet bij de boot blijven door de stroming. Morgen met doodtij even opnieuw proberen. De patiënt houdt zich rustig aan boord en de wond komt weer tot rust.

We kunnen het niet laten, de volgende dag gaan we met de bijboot naar het dorpje. Of we onze cruising permit meegenomen hebben? Nee, en onze sevusevu voor de chief, ook aan boord? Dan even terug om het op te halen. Nelli, de vriendelijke dorpsbewoner, fluistert ons ook nog even toe dat we geen zonnehoed op mogen houden, zonnebrillen niet op ons voorhoofd moeten zetten, tas in de hand houden en of ik geen sarong bij me heb om mijn knieën te bedekken?
Onderweg terug naar de boot laat ik het even bezinken, 's lands wijs 's lands eer denk ik dan maar. Gelukkig heb ik in Suva met de taxi-chauffeur op de markt sevusevu gekocht. Als je ankert bij een dorpje moet je immers eerst toestemming vragen aan de chief of dat mag en of je in het dorp mag wandelen, snorkelen of vissen, dat doe je door het overhandigen van een sevusevu, een soort cadeautje van goede wil dus. De ideale sevusevu is een bosje kavawortels, in een van de gidsen staat minimaal een halve kilo. Na cycloon Winston in februari 2016 is de prijs van kavawortels alleen geëxplodeerd en een halve kilo kost nu rond de 50 Euri. Dus het zijn wat kleinere bosjes geworden, maar wel traditioneel mooi ingepakt. Ik heb de indruk dat het “sevusevu” niet overal meer zo precies nageleefd wordt, maar voor de zekerheid hebben we er toch maar een paar meegenomen en dat komt nu goed van pas.

Ik ben zo onder de indruk dat ik vergeet foto's te nemen na onze eerste sevusevu ceremonie. We gaan met ons bosje naar de chief, een wat oudere man die enige voortanden mist en op zijn kleindochter past. Schoenen uit bij de voordeur, netjes gaan zitten op de mat, mannen benen gekruist, vrouwen benen opzij. Dan steekt Nelli een verhaal af tegen de chief, dat we van goede wil zijn, waar we vandaan komen en dan mogen we onze kavawortels overhandigen. Verbeeld ik het me of kijkt de chief een beetje zuinig naar de omvang van het bosje? Maar kennelijk is het goed want hij klapt in zijn handen en Nelli antwoord ook met klappen. Klaar! Soms wordt de kava ter plekke klaargemaakt en mag (moet?) je meedrinken als man. Maar het is misschien niet de goede tijd van de dag dus we mogen gaan zonder kava. Het dorp is klein, ik schat dat er zo'n 100 mensen wonen. We zien alleen ouders met hele jonge kinderen en een oma of opa. De basis- en middelbare school zitten verder weg op het eiland. Nelli neemt ons mee naar zijn huis, een redelijk groot betonblok huis met golfplatendak. Op de vloer liggen gevlochten pandanus matten en in de hoek staan wat bedden, beddengoed en plastic opbergdozen met kleding. Verder is de ruimte leeg en wie er binnen komt gaat op de grond zitten. Families blijven bij elkaar wonen en de generaties zorgen zo voor elkaar. Natuurlijk komt er ook een zak met “handicrafts” om te verkopen, maar we gaan voor wat vers fruit. Hoe primitief ook, het dorp ziet er leuk uit. Gras gemaaid, bloemen, kippen en wat honden rond de huizen en tussendoor spelende kinderen. Koken gebeurt in een gezamenlijke open lucht kookplaats, evenals de afwas. De wc's zijn verderop. De grond van het dorp is van alle bewoners, je zet dus ook geen hek om je huis en deelt wat je hebt. De bewoners verbouwen wortelgroenten zoals cassave of taro rondom het dorp, jagen op wilde varkens en vissen. Fruit hangt gewoon aan de bomen. Het klinkt paradijselijk, maar of dat door jongeren ook zo ervaren wordt weet ik niet. Veel van hen werken en wonen rondom Suva of een andere grotere plaats, daarna is het misschien wel moeilijk om terug te keren naar de traditionele dorpscultuur.

Wij ervaren onze eigen “cultuurschok” als we twee dagen later aan de andere kant van het eiland ons anker laten vallen bij het Beqa resort.
Het resort lijkt op het paradijselijke plaatje zoals je dat als toerist wil zien. Het hoofdgebouw is een traditionele Bure, gemaakt van palmboom-stammen en geheel bekleed met palmblad dak en gevlochten panelen als wanden. Voor de dorpsbewoners niet meer te betalen. Overal houtsnijwerk en gevlochten palmblad randen over de veranda's. Schalen met bloeiende hibiscusbloemen, zwembad met waterval en mooi strandje met luie stoelen omlijst door palmen. De vriendelijke staf van het resort komt uit de naburige dorpen, de gasten veelal uit de Verenigde Staten. Het geeft me even het gevoel dat we allemaal een toneelstuk opvoeren waarbij de rollen duidelijk verdeeld zijn. We spelen een soort Fiji wat je in de gewone dorpen niet ziet. De toeristen verblijven ook bijna allemaal in resorts waar alles geregeld wordt, buiten het resort kom je weinig buitenlanders tegen. Ik duik twee keer met de resort-gasten mee en geniet van het gemak waarmee alles gaat. De lieve mensen wassen zelfs voor ons en vullen mijn duikfles, alles bij de prijs inbegrepen. Toch ben ik blij dat ik op een boot woon en ook de andere kant van het land een beetje leer kennen.


De wind is goed en de Bounty is inmiddels aangekomen in Suva dus die gaan we opzoeken. Onderweg proberen we de hengel en dit keer lukt het ons om een mooie Mahimahi binnen te halen. Daar kunnen we zeker een paar keer van eten, maar het blijft moeilijk om zo'n mooie vis dood te maken.

In Suva is het erg gezellig aanschuiven bij René en Paulien. We hebben weer genoeg bij te praten en de tijd samen vliegt voorbij. We gaan zondag naar het Colo i Suva regenwoud park en deze keer lopen we de bospaden heen en terug naar de zoet water zwempoelen. Erg mooi en wild en een prachtige wandeling. Dan scheiden onze wegen weer even, we gaan naar het noorden richting SavuSavu op Vanua Levu.


de foto's weelderig groen in Colo i Suva, kinderen op het strand naast Beqa Lagoon Resort  & Koraal in Beqa Lagoon




vrijdag 9 juni 2017

Soms zit het mee en soms zit het tegen - 30 mei - 9 juni


Zoals vaker in een nieuw land gaan de eerste dagen op aan de 3 B's: waar zit de bakker, waar zit de bank en hoe werkt de bus. En zo langzamerhand krijgen we daar handigheid in! De eerste indrukken van Fiji zijn positief met uiterst vriendelijke en behulpzame mensen, lekker weer, een goede haven en we zijn zelfs verbaasd over de lage prijzen. We doen wat reparaties na de voor Tara toch wel zware overtocht en de haven van Vuda (spreek uit Bunda) is een aangename plaats om te verblijven. Een beetje overschaduwd wordt het wel door een liesbreuk die zich tijdens de reis vanuit Nieuw Zeeland plotseling meldde. Een lokale huisarts bevestigt de diagnose en met dank aan het uitstekende advies van onze huisarts in Nederland, zijn we er snel uit: te risicovol om te laten zitten tot we weer in Nederland zijn en simpel genoeg om verantwoord in Fiji te laten opereren. Alleen zit de kliniek in Suva aan de andere kant van het eiland en dat is ruim 4 uur met de taxi.....

Eerst gaan we de Unwind weer opzoeken en brengen we wat laatste dagen samen door.
Na dik 2 jaar zal het even wennen zijn, maar ieder gaat zijns weegs, Unwind richting Zuid Afrika, wij richting Japan. We snorkelen, duiken, maken gretig gebruik van het prachtige resort, borrelen en dineren samen dat het een lieve lust is. En dan gaat het opeens snel: we kiezen ervoor om met de boot richting Suva te gaan, maar dat is wel tegen de wind in en er komt een lelijke depressie aan. Het is binnen een paar uur afscheid nemen, of nog een weekje wachten en we kiezen voor het eerste. Dus na een afscheid met tranen en de belofte dat we elkaar ergens nog een keer opzoeken, vaart Tara eind van de middag Musket Cove uit, de nacht in. Gelukkig wordt het een prachtig tocht, weliswaar hoog aan de wind, maar de golfslag is laag en dat maakt het zelfs aangenaam. Onderweg verspelen we tot 2 maal toe een vis, de eerste is jammer, want dat was een mooie maat. De tweede is zo sterk dat we hem niet eens in de buurt van de boot krijgen en al snel breekt de lijn. Jammer voor de vis, wij zijn er niet rouwig om, de breeksterkte van de lijn is 60 kilo dus deze was gewoon een maatje te groot.

In de middag van de volgende dag varen we de baai van Suva in en begint het te hozen en dat houdt een paar dagen niet meer op.
Gaandeweg komen we erachter dat dat bij Suva hoort en wij verbazen ons al lang niet meer dat sommige plekken zo mooi groen blijven. We zoeken een plekje in een wat vervallen jachthaven en vragen ons af of het predicaat ''Royal Yacht Club'' wel terecht is. Maar ook hier, vriendelijk en behulpzaam. Suva is de hoofdstad van Fiji en is een wat lawaaiige en rommelige stad met her en der wat Engelse koloniale restanten. Fiji heeft een multiculturele samenleving. In het verleden zijn er werknemers van de omringende eilanden (veelal tegen hun zin) naar Fiji gebracht om te werken op de plantages. Ze zijn niet allemaal terug gegaan naar hun eigen and. Toen dat niet meer mocht zijn er duizenden Indiase werknemers geronseld op een 5 jaar contract. Daarna moesten ze nog 5 jaar werken om hun terugtocht naar India weer te verdienen en ook daarvan hebben er velen gekozen om hier te blijven. Dus het ene moment loopt je langs winkels met Ramadan wensen en Indiase Sari's en het volgende moment sta je tussen de Fijians met yams en taro op de markt. Bijzonder is verder dat in Suva de South Pacific Universiteit gevestigd is, opgezet door alle omringende landen, in totaal 12 stuks. Dat is toch wel een bijzonder draagvlak! Jacomine gaat naar de boekwinkel op de campus en er lopen studenten uit onder andere Tonga, Samoa, Kiribati en Vanuatu. Velen dragen t-shirts van hun eigen land en zitten gezellig bij elkaar te kletsen. Dat moet toch voor de toekomst betekenen dat de studenten die hier gestudeerd hebben elkaar kennen over de lansgrenzen heen. Het draagt allemaal bij aan het gevoel van diversiteit. We hebben de indruk dat het politiek gezien niet allemaal zonder spanningen verloopt maar zijn er nog te kort om daar iets zinnigs van te kunnen zeggen.

De chirurg houdt het simpel: kom nu gelijk maar voor de intake en de volgende dag kan je onder het mes. De privé-kliniek heeft één operatie-kamer, 3 recovery-bedden en nog 3 normale bedden.
Iedereen is super aardig, maar de eerste miscommunicatie is er om half acht in de morgen: graag eerst afrekenen en dat terwijl Jacomine nog een paar rondjes flappen moet tappen. Gelukkig doen ze daar niet moeilijk over! Hygiëne staat duidelijk hoog in het vaandel en flinke shots antibiotica ook. De operatie gaat goed en eind van de middag staat ik wat brak weer buiten. Ik moet het 6 weken rustig aan doen, hetgeen ik vertaal als 6 weken vakantie!

Na 2 dagen wat rondhangen en bijkomen gaan we naar een stuk regenwoud aan de rand van Suva: het Colo and Suva forest park. Er zijn verschillende watervallen die uitmonden in 7 natuurlijke zwempoelen.
Het is een bewolkte dag, dus niet té warm (29º C) maar wel heel vochtig en de wandeling is aardig, al zijn zelfs de vogels te lui om zich te laten zien. We zijn vandaag de enige bezoekers van het park, maar aan alle bankjes en overdekte lunchtafels te zien is het op andere tijden vast druk. Het pad is oneffen en zeer glad, zo erg dat Jacomine met telefoon en camera van het pad glijdt en onder water verdwijnt in een van de zwempoelen. Jacomine en de telefoon overleven het, de camera helaas niet.

We hebben het dan wel gezien in Suva en morgenvroeg gaan we weer op pad. Fiji heeft 322 eilanden en die liggen toch wel een flink stuk uit elkaar, dus we beginnen met weer een dagje aan de wind.