zaterdag 28 juli 2012

15-28 juli Scilly's Falmouth Bath


Twee weken in één blog! Voorbij gevlogen.
Een pittige dag en nacht zeilen brengt ons in 21 uur op de Scilly's. Halve wind (de wind op de zijkant van het schip, boot niet schuin dus) met windkracht 4 tot 5. Het gaat lekker hard, maar ook voor het eerst de oceaandeining. Lange golven, 1,5 meter hoog ongeveer ook dwars op het schip, dus die rollen onder ons door. Ik blijf het bijzonder vinden dat 's nachts de wind altijd harder lijkt en de golven hoger, ik denk omdat je het niet ziet. Veel vissers onderweg, dus opletten geblazen. 
We leggen aan bij een van de vele vrije ankerboeien op St Mary's, het “grootste” eiland van de 48. Tussen haakjes want ze zijn namelijk allemaal (erg) klein, niet meer dan rotsklompen die boven de zeespiegel uitsteken. Er wonen 2.000 mensen op de 5 bewoonde eilandjes. Een prachtige gebied, maar vooral om met mooi, rustig weer te verblijven aldus de pilot. Veel ankerplekken, maar niet één die bij alle windrichtingen beschut is. De eilanden hebben een subtropisch klimaat en op de dag dat we aankomen, doen ze hun naam eer aan! Zon, buiten zitten, lekker door het dorpje Hugh Town slenteren en op een strandje liggen. Overal bloemen en zelfs palmboompjes. De dag erna is het alweer over: (mot)regen en wind. We stuiteren aardig aan de ankerboei. Toch even fietsen over het eiland: in een uur ben je rond. Maar wel drie grafheuvels van rond de 4.500 jaar oud, dezelfde tijd als Newgrange in Ierland. Veel bescheidener dan daar, waarschijnlijk woonden hier ook veel kleinere gemeenschappen. Het valt ons op dat iedereen iets wil verkopen: bloemen, plantjes, groente etc. Als we de huurfietsen terugbrengen, maak ik een praatje met de eigenaar. Twee jaar woont en werkt hij nu op het eiland, een droom. De verhuur valt wat tegen, dit jaar omdat het weer tot nu toe te wensen overlaat, maar ook door de “crisis”denkt hij. Het is duur om naar de Scilly's te komen. Als hij een goed seizoen heeft kan hij de winter overbruggen, maar een klus op het vasteland is ook welkom om de financiën aan te vullen. Hij kijkt wat mistroostig naar de vele ongebruikte fietsen. “Maar ik kan altijd voor mijn winkel in de zon staan en uitkijken over de haven” zegt hij moedig. 
Porth Hellick grafheuvel, de ingang achter de steen

We praten over het eilandleven in de winter. Er wonen veel ouderen op de eilanden, kinderen kunnen tot hun 16e naar school, maar voor verdere studie gaan ze naar de vaste wal en komen meestal niet meer terug. De jongeren die terug willen komen, vinden vrijwel geen werk en kunnen geen huis kopen. Bijna alles wat leeg komt wordt voor veel geld verkocht als verhuur/ vakantiehuis. We zien dat ook in het dorp. Hoe moet het dan met de ouderen? En met de gemeenschap? Er lijkt geen lange termijn visie te zijn op dit probleem. Als mensen echt zorg nodig hebben moeten ze ook naar de vastewal. Misschien dat over een aantal jaren het dorp alleen nog maar vakantiepark is? Onderweg zien we verschillende bankjes met koperen plaatjes: “als dank voor de 25 heerlijke vakantie jaren op het eiland” en meer in die trant. Zou dat ook een verandering zijn: de generatie van de bankjes is een andere dan de jonge mensen van nu, die gaan naar Spanje of Thailand. Ook de vakantiegasten die we tegen komen in het dorpje zijn voor het merendeel duidelijk 55+ ers die terug keren naar hun geliefde Scilly's. Ik hoop dat het een momentopname is, de schoolvakanties beginnen net en misschien is het volgende week helemaal anders.
We gaan in ieder geval even wat drinken in de “Mermaid” een kroeg waarvan ik denk dat die in de winter ook nog heel gezellig is: klein, met biljart en een leuke bar.
Hortensia's in Trelissick Gardens

Volgende morgen, weerbericht windkracht 5 toenemend tot 7 over 24 uur en verder. Geen Scilly's weer. Jammer. We gooien los en we zeilen heerlijk voor de wind weg naar het vasteland, naar de vissershaven Newlyn, net onder Penzance. Hier ligt de vissersvloot van heel zuid-westelijk Engeland. Ik ben net Trawler van Redmond O'Hanlon aan het lezen over de visserij in de Noordelijke Atlantic. Hilarisch en erg leerzaam tegelijk. Zwaar en gevaarlijk werk en de gevolgen van de regulatie vanuit Brussel gaan ver. We zitten er met ons neus bovenop, maar eten ook verse kreeft (die net in de pan past) en krab tot we twee dagen later naar Falmouth vertrekken.
Er moet namelijk wat gedaan worden om de boot klaar te maken voor de oversteek naar Spanje en Falmouth is een zeilers-reparatie-paradijs. Voorzeil reparatie, ankerketing doorvoer lekt, schilderklusjes, marifoon werkt niet goed etc etc. We vinden alles wat we nodig hebben en crossen op de vouwfietsjes heen en weer. Het weer werkt dit keer erg mee en we hebben heerlijke klusdagen.
het Romeinse Bad met de Abbey op de achtergrond

We huren een auto, verkennen Cornwall en ontmoeten Jeroen en Pauline in Bath. Een stadje wat in de 18e eeuw echt chic was. Prachtige gebouwen in geel zandsteen, brede lanen, parken en pleinen. Lang daarvoor, onder de Romeinen, een beroemde badplaats en tempel vanwege de natuurlijke thermale warmwaterbron. In de Tweede Wereldoorlog helaas zwaar gebombardeerd, maar daarna ook gerestaureerd en wij kunnen het verschil niet zien. We doen toeristen dingen en Pauline en ik dobberen heerlijk een paar uur in de thermale wateren van Bath Spa. Het zwembad op de bovenste verdieping is in de openlucht en kijkt uit over de prachtige “skyline” van het stadje en de groene heuvels die het omringen. Niet slecht!
Op de terugweg bezoeken we de Trelissick Gardens, een landgoed aan de rivier Fal. Erg mooi en rustig, we zoeken een bankje en lezen een paar uur. Ik heb een spannend boek gevonden wat speelt in de omgeving van Falmouth en Trelissick speelt daarin een belangrijke rol. Roel leest over Kindsoldaten in Soedan....

Nu zijn we weer een paar dagen aan het werk. Vanavond krijgen we zeilers uit Falmouth op bezoek, die we eerder deze reis ontmoet hebben in Tobermory. Daarna wachten we op een goed weerbericht om over te steken naar Spanje.

Jacomine



zaterdag 14 juli 2012

5-14 juli Ierland


Zomer in Ierland

Halverwege  donderdag komen we aan in Howth, een jachthaven net buiten Dublin. Op de kade een overvloed aan verse vis en de eerste dag ook zon: geweldig. We genieten van het buiten zitten en lopen Howth Head wandelpad langs de kust, vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op de baai waaraan Dublin ligt.

Hal van een van de faculteiten van Trinity

Dublin zelf bekijken we de volgende dag bij regen, maar niet te min is er veel te zien. We doen een historische tour Ierse geschiedenis. De gids is net afgestudeerd en vertelt bevlogen. Ik realiseer mij dat we, door te reizen in Schotland, Engeland en Ierland, de verschilende kanten van de geschiedenis horen, steeds bekeken vanuit een ander perspectief. De Ieren (voor zover ik daar iets over kan zeggen) voelen zich vaak in de steek gelaten door Engeland en ondergewaardeerd. De Katholieke meerderheid had niet zoveel te zeggen en de residuen daarvan vind je nu nog steeds terug in het verhaal over hun geschiedenis. Het prachtige Trinity College is opgericht in 1592 door Koningin Elizabeth I en was natuurlijk protestants. De Bank van Ierland in het centrum was daarvoor het parlement van Ierland, tot het zichzelf in 1801 min of meer gedwongen heeft opgeheven om aan te sluiten bij Engeland. In 1845-51 is er grote honger door de aardappelziekte, waarbij vele Ieren (1 miljoen) sterven, 2 miljoen vertrekken terwijl de graanoogsten om commerciele redenen gewoon naar Engeland verscheept worden. De laatste 100 jaar de onafhankelijkheid, de onrust in Noord Ierland en jaren van ongekende armoede en welvaart lijken elkaar af te wisselen. 
De Ierse bank/ voormalig palement
Dublin is een levendige stad, met mooie parken, veel geschiedenis en de winkels zijn veelal gevestigd in oude panden waardoor het een authentieke sfeer heeft. Het Trinity college staat bol van de oude gebruiken en de bibliotheek huisvest het boek van Kells, een boek met de 4 grote evangelien van rond het jaar 800 en prachtig geillustreerd. Schrik niet, per boek waren bijna 200 runderen nodig voor het perkament. De oude bibliotheek is ook bijzonder door het systeeem van ordening. Boeken worden niet op onderwerp of schrijver geordend maar op de de hoogte van het boek. We spreken een student geschiedenis die vertelt dat hij soms 6 uur moest zoeken naar het boek wat hij nodig heeft: eerst zoek je het boek dat je wilt hebben op in de catalogus, dan kijk je hoe hoog het is dan ga je met een meetlatje de bieb in en zoek je tussen alle boeken die even hoog zijn het exemplaar wat je nodig hebt. Rare jongens die Ieren!  Als ik door de bieb loop en zie hoeveel boeken ze hebben en dat alles echt helemaal volgestampt staat, snap ik het ook wel. Het ziet er “netjes” uit. Het is zo leuk in Dublin dat we nog een dag teruggaan om door de stad te lopen. Ik ben James Joyce's Dubliners aan het lezen en het is bijzonder om dan door de straten te lopen waar de verhalen zich afspelen.

We huren een auto en verkennen de omgeving van Dublin. 
kerkje in Glendalouch

Glendalough, een kloosterstadje uit de 5e eeuw - nu grotendeels ruines – in een prachtig dal. Erg mooi, vooral als je de tourbussen kunt omzeilen, wij waren daar 9 uur 's avonds en hadden het rijk alleen.


Wicklow mountains waar we een stukje van het lange afstand wandelpad lopen. 
Wicklow mountains


De prachtig aangelegde tuinen van Powerscourt. Als ik het goed begrepen heb zijn 200 man daar 12 jaar mee bezig geweest, maar dan heb je ook wat. 
Newgrange /Knowth zijn rituele (begraaf?) plaatsen uit de vroege steentijd, nog 500 jaar ouder dan de pyramides. Ongelofelijk groot en ingenieus gebouwd als het binnenste na 6500 jaar nog staat en de kamers droog zijn. De ingangen zijn gebouwd op verschillende zonnewendes van het jaar en versierd met universele, in de rots gekerfde motieven. De bouwmaterialen komen uit de wijde omgeving, tot 100 km weg. Het blijft een raadsel hoe de vroegere bewoners de vele tonnen wegende stenen vervoerd hebben. De buitenkant van de heuvels is gereconstrueerd omdat er in de eeuwen daarna ook weer op gebouwd en geleefd is.


Grafheuvels in Knowth
Zeilers die we in Portpatrick onmoet hebben, wonen net boven Howth en nodigen ons uit om een avond bij hen door te brengen. We hebben veel gemeen en het is een fijn bezoek. Zo horen we ook hoe zij het leven ervaren. Een grappig verhaal is dat van de heilige drie-eenheid van een Ierse moeder: een zoon die ingenieur wordt, een die dokter wordt en een die priester wordt. Een gesprek gaat dan steeds als volgt: “my son, the engeneer (of doctor of priest), etc etc” Zij hebben een zoon die ingenieur wordt en wij ook, dus het begin is er. 
En natuurlijk komen we in veel pubs, want daar speelt het leven zich af in Ierland. Aardige mensen waarmee je makkelijk contact legt, goed eten en goede, veelal live, muziek. Ik ga zelfs over op Guiness en we leren dat je moet wachten tot alle belletjes opgetrokken zijn, voor je gaat drinken. In een pub in Dublin blijkt een lunch-muziekpauze te zijn. Kantoormensen uit de buurt eten daar op vrijdag en maken dan samen een uur of wat muziek, voor ze weer terug gaan. 4 kleine trekharmonica's, een viool, 6 dwarsfluiten en een banjo achtige gitaar. Ze spelen bekende Ierse melodien en een andere pubgast zingt a capella een ballade over zijn oom in Amerika. Dat vind ik het leukste wat er is, als we zo aan kunnen schuiven bij waar mensen gewoon mee bezig zijn.
Mijn "vagabond" in Dublin

We horen verhalen over een gezin met 7 jongens waarvan er 30 jaar geleden 6 naar evenzovele buitenlanden zijn vertrokken, de economische malaise van dit moment (maar lang niet zo erg als de jaren 80 volgens velen). We stappen half tien 's morgens een pub in op zoek naar koffie, " no luv, no cuffee ere". De bar zit wel vol met mannen aan hun eerste Guiness - dat hoop ik tenminste voor hen - en een spelletje domino. Verder hebben wij het twijfelachtige genoegen de natste en koudste maanden mei en juni mee te maken sinds jaren en zoals we het nu bekijken wordt juli hier niet veel beter. In de pub in Kilmorequay, onze laatste Ierse aanlegplaats, is de haard aan én natuurlijk goede live music. Het is druk, vrijdagavond en iedereen komt even bijkletsen. Een goed moment om te vertrekken na zo'n leuke avond. We gaan naar het zuiden (horen jullie hoe hoopvol dat klinkt), richting Scilly Eilanden het meest zuid-westlijke puntje van Engeland.




Jacomine

vrijdag 13 juli 2012

27 juni-4 juli Lancaster Livepool

Na de fietstocht wachten we in Glasson Dock/Lancaster 5 dagen op beter weer om naar het eiland Man te gaan. Roel gaat een avond voetbal kijken in de plaatselijke pub, hij is de enige man. Het blijkt spelletjes-avond te zijn, waarbij tien Engelse dames rondjes bingo spelen met als prijs een rondjes drank. Nederland verliest ook nog! Als we alle eendjes en zwanen gezien hebben, besluiten we te vertrekken en het eiland Man maar te vergeten. De windvoorspellingen blijven hangen op 5 tot 7 en nog steeds veel hemelwater. Niet lekker om daar dagen lang te ankeren bij steeds wisselende windrichtingen. Nog langer Glasson Dock is voor mij ook niet zo goed. Ik krijg het een beetje benauwd van de kleine ruimte in de regen en niets erom heen.
De poort van Strawberryfield
Met afgaand tij gaan we razendsnel de 12 mijl de Lune rivier af. Zeilen een bumpy 35 mijl op zee, gereefd en aan de wind natuurlijk, zoals bijna alle zeilstukken tot nu toe. Liverpool wordt de bestemming. We zeilen met 3 knopen stroom mee de 15 mijl van de Mersey River op. Leuk varen is dat en het maakt de regen weer een beetje goed.

In Liverpool volgen we de voetstappen van de Beatles in hun jonge jaren. Met een tour langs de plekjes van hun jeugd, muziek van een jongere Beatles/Stones uitvoering in de Cavern, waar ze bijna 300 keer optraden etc. Het is een leuk tijdverdrijf en van de muziek worden we vrolijk. Ik realiseer mij dat de Beatles echt "voor" mijn tijd waren, zeker op het eiland waar ik opgroeide, kregen we er niet zoveel van mee. Misschien mijn oudere broer en zus?

Mendips,het huis waar John Lennon opgroeide
De stad kende voor de Beatles al jaren geschiedenis, al zou je dat nu bijna vergeten. De welvaart van Liverpool begint met de haven en de driehoekshandel slaven/ ruwe grondstoffen/ gefabriceerde producten, waar Liverpool rijk van geworden is. Het slavernij museum doet hiervan een indringend verslag. De Titanic en vele andere schepen hadden Liverpool als thuishaven, hoofdmoot van de expositie in het maritiem museum. In de tweede wereldoorlog is Liverpool een belangrijke haven voor de bevoorrading van de strijdmachten uit de US en wachtplaats voor D-Day schepen en manschappen. Die brachten nieuwe muziek mee: Rythm en Blues en zo komen we weer bij het begin van de Beatles.

Skyline Liverpool oud en nieuw
Liverpool is nu echt een stad voor shoppers en toeristen, met talloze musea en winkels.  Een moderne stad ook, met een indrukwekkende skyline van recente hoogbouw tussen de fraai opgeknapte oudere gebouwen. Een markant punt daarin is de koepel van de katholieke kathedraal uit 1967. Vergeet alles wat je weet over kathedralen en ga dan daar kijken. Het is een Tipi-achtige vorm (Paddy' s wigwam is de bijnaam van de locals), veel beton en glas (beetje zoals Woudestein van de Erasmus Universiteit), enorme glas-in-lood ramen in de futuristische koepel. Ook de binnenkant is heel modern, het gebouw is 16 hoekig en heeft geheel in stijl 12 verschillende kapelletjes, ook qua architectuur. Er is veel moderne religieuze kunst en erg mooi vind ik. We hebben geluk want het reusachtige orgel wordt bespeeld en dat maakt het geheel compleet en prettig om enige tijd te blijven.
de koepel van de kathedraal in het midden

Een van de dingen die John Lennon betreurde toen hij beroemd was, was dat hij niet meer ongestoord een biertje in de "Phil"  kon drinken, de bar tegenover het Philharmonic gebouw. Een van de genoegens van niet beroemd zijn is dat het voor ons wel weggelegd is en we genieten er dus dubbel van, want het is een erg fijne plek.
Het weer verbetert eigenlijk nauwelijks en tussen twee depressies door zeilen en motoren we in de nacht van woensdag op donderdag naar Dublin aan de andere kant van de Ierse Zee